Waarom we meer moeten spelen op het werk

Waarom we meer moeten spelen op het werk

Als kind spelen we allemaal, maar op de werkvloer doen we het amper. Werk is vooral een serieuze aangelegenheid. Waarom eigenlijk? Deze experts pleiten voor meer speelruimte in organisaties.

Visiedocumenten, expertdenken en ellenlange vergaderingen volgens eenzelfde stramien. ,,Het is allemaal zo serieus bij veel bedrijven’’, vindt zelfstandig organisatieadviseur Marijne Vos (39). ,,Als we ons werk luchtiger maken, wordt het leven een stuk leuker.’’ Samen met organisatiefilosoof Ben Kuiken (55) maakte ze Het grote fröbelboek voor adviseurs; een door Hein van Putten kunstzinnig geïllustreerde publicatie vol interviews, verhalen en oefeningen.

Toeslagenaffaire 

Het is een pleidooi om meer speelruimte te creëren in organisaties. ,,Niet om als bedrijf betere resultaten te behalen’’, benadrukt Vos. ,,Want bij spel weet je vooraf niet precies welk effect dat heeft. Je gaat in de onderzoekende modus, net zoals kinderen dat doen. Dan kan er dus opeens een mooi bouwwerk of idee ontstaan. In mijn praktijk zie ik dat spelen mensen verbindt. En vooral het werk fijner maakt.’’

In hun boek focussen ze op adviseurs. ,,We komen zelf uit de advieswereld en daarom richten we ons op die groep’’, zegt Ben Kuiken. ,,Maar voor andere beroepsgroepen is spelen net zo interessant.’’ Want wanneer mensen hun werk te serieus nemen, kan het volgens Kuiken goed misgaan. ,,Dat zag je bij de toeslagenaffaire. Eerst was er de maatschappelijke verontwaardiging over fraude. Daar reageerde de Tweede Kamer op met een harde aanpak. Vervolgens gaan ambtenaren van de Belastingdienst daarmee aan de slag. Op een zeker moment vergaten ze echter dat er mensen achter die dossiers zitten. De ellende die hierdoor is ontstaan, heeft volgens mij echt te maken met die werkwijze. Als je mensen bestempelt als fraudeur, kun je vergeten dat het uiteindelijk om mensen draait. Je kunt iedereen die een fout maakt, bestempelen als fraudeur. Maar ook zeggen: het maken van een fout is menselijk. Spelen geeft ruimte om die perspectieven te zien.’’

Brandweer 

Hoe interessant het inzetten van spel kan zijn, laat de al jaren groeiende aandacht voor gamificatie zien. Dit is het gebruik van spelelementen en gametechnieken om gedragsveranderingen te stimuleren. Jan Dirk Fijnheer (45) doet er vanuit de Universiteit Utrecht en Hogeschool Inholland onderzoek naar. Daarvoor ontwikkelde hij de Powersaver Game. ,,Dit computerspel daagt de gebruiker uit om in drie weken 15 procent energie te besparen en is gekoppeld aan de slimme energiemeter’’, legt hij uit. Een testgroep speelde de game en kreeg opdrachten om duurzamer te leven. ,,De resultaten zijn heel positief. Door het spel werd veel meer dan die 15 procent bespaard, ook in de periode nadat het spel was uitgespeeld.’’

In sommige vakgebieden is die ontwikkeling al langer gaande. De politie en de brandweer gebruiken in hun opleidingen verschillende simulatiespellen. ,,Vroeger moest je alles live oefenen, met acteurs en op een grote locatie’’, zegt Fijnheer. ,,Nu kan de brandweer via zo’n spel een vliegtuig laten crashen op de A1. Om vervolgens te zien wat er dan gebeurt en hoe je het beste hulp kunt verlenen. Zo’n game helpt de hulpdiensten echt verder. In veel andere beroepsgroepen is gamificatie nu vooral een mooie toevoeging. Het zorgt vaak voor meer plezier op het werk.’’

Targets 

Ook al klinkt het geweldig om gamificatie op steeds meer vlakken in te zetten, er kleven volgens Fijnheer wel ethische risico’s aan. ,,Met de techniek van mijn Powersaver Game help ik mensen om duurzamer te leven en dat is een mooi streven. Dezelfde techniek kan echter ook nadelig zijn. Denk bijvoorbeeld aan pakketbezorgers die nu al uitgeknepen worden om bepaalde targets te halen. Gooi daar nog een spel overheen en die mensen hebben helemaal geen leven meer. Als gamificatie gebruikt wordt om nog meer winst te halen, zou het mis kunnen gaan.’’

Marijne Vos en Ben Kuiken willen daar ook verre van blijven. Hun creatieve oproep om meer te spelen, heeft niets te maken met targets of efficiënter werken. ,,Wij gebruiken het woord ‘moeten’ liever helemaal niet’’, zegt Kuiken. ,,Wij zeggen juist: laten we elkaar weer gaan ontmoeten op de werkvloer. Dat kan door samen te spelen. Daardoor leer je elkaar beter kennen, kun je je beter verplaatsen in de ander en vastgeroeste patronen doorbreken.’’

Zijn medeauteur Marijne Vos is het daar mee eens. ,,Als adviseur word ik soms ingehuurd voor het schrijven van een rapport, bijvoorbeeld over de toekomst van de organisatie. Dat kan ik doen door saaie vergaderingen te beleggen met alle betrokkenen, maar ook door een creatieve vorm te kiezen en het samen met de medewerkers te doen. Daardoor wordt het voor mij prettiger en is de kans groter dat de visie bij de medewerkers ook echt gaat leven. Dat is winst.”

Drie keer meer speelsheid op het werk (uit het Grote Fröbelboek voor adviseurs)

1. Vervang het traditionele kennismakingsrondje door een alternatief
Vraag vooraf aan de aanwezigen om na te denken over een moment waar ze trots op waren. Laat ze dat vertellen in plaats van het riedeltje waar iedereen normaal gesproken mee komt.

2. Overleg eens met een flappenvel
Vergaderingen worden aan tafel gedaan met koffie en volgens een vast stramien. Doe het eens anders en zet vier flipovers in de ruimte. Zet op elke flipover één vraag. Verdeel nu de groep in kleine groepjes en laat hen reageren op de vraag. Na twee minuten draait de groep door. Zo verzamel je in korte tijd op speelse wijze veel ideeën. Dit kan ook online via Mural of Miro.

3. Maak met elkaar een krantenpagina
Wil je een visie uitrollen voor de toekomst? Ga dan eens met het team de voorpagina van een krant maken. Zet bovenaan de krant de titel van wat je wil bereiken. Verzin daarbij nieuwsartikelen over hoe dit zogenaamd bereikt is. Bron: https://bit.ly/3wwM6ch