Mensen slimmer dan dieren? Echt niet! Dit kunnen we van ze leren…
Mensen slimmer dan dieren? Echt niet. Dit kunnen we van ze leren…
Iedere werkvloer is een dierentuin, elk bedrijf één grote apenrots. En dat is niet alleen geinige beeldspraak: bioloog Constanze Mager ziet verrassende overeenkomsten én oplossingen in het dierenrijk voor de werkende mens. Haar boek Stoor nooit een vlooiende aap komt volgende week uit.
Constanze Mager berekende tijdens haar studie biologie samen met medestudenten wat een eland op een dag zou moeten eten aan waterplanten en wat aan landplanten, gezien zijn verbruik, maaginhoud en andere factoren. Ze kwamen uit op een bepaalde optimale verdeling tussen de twee soorten planten. Wat bleek? Precies die hoeveelheid neemt een eland in het echt tot zich op een dag. ,,Dat doet hij ‘natuurlijk’, zonder al die berekeningen.”
Beter Constanze Mager, Hoofd Educatie bij Burgers’ Zoo: ,,Weten we het echt altijd beter dan die miljoenen diersoorten op aarde?” © Koen Verheijden Wat ze ermee wil zeggen: wij mensen denken de allerslimste te zijn. We kunnen rationeel beslissingen maken en verbanden leggen. Maar zo’n eland komt zonder al die overwegingen tot dezelfde conclusie. ,,Weten we het echt altijd beter dan die miljoenen diersoorten op aarde?”
Als student biologie in Wenen raakte Constanze Mager (42) geïntrigeerd door dierlijk gedrag. Ze kon na haar opleiding met een tijdelijke aanstelling aan de slag bij Apenheul, liet familie en vriendje achter en vertrok met een rugzak naar Nederland. Haar contract kreeg steeds vastere vormen, ze vond een Nederlandse liefde en na elf jaar verruilde ze Apenheul voor Koninklijke Burgers’ Zoo in Arnhem om iets anders te bestuderen dan enkel apen. Ze is er inmiddels Hoofd Educatie en brengt volgende week haar boek Stoor nooit een vlooiende aap uit. Daarin schrijft ze zoals ze praat: enthousiast en met uitroeptekens. ,,Ik hoop dat ik mensen de ogen kan openen: onze oplossing is niet de enige. Voor hetzelfde probleem bestaan talloze invullingen in het dierenrijk.”
Ze ‘borduurt voort’ op het beroemde werk van bioloog Frans de Waal: Chimpanseepolitiek. De Waal beschreef begin jaren tachtig een langdurige machtsstrijd tussen drie chimpanseemannetjes in Burgers’ Zoo: Luit, Yeroen en Nikki. Zijn vergelijkingen tussen het gedrag van apen en mensen hebben hem wereldberoemd gemaakt. ,,Hij heeft wetenschappelijke kennis zo vertaald dat iedereen ervan kan genieten, dat is prachtig.” Uit talloze, nog niet erg bekende onderzoeken laat Mager in haar boek zien hoe dieren bepalen wie de baas is, of hoe je werk en privé combineert. Zij en wij moeten elke dag weer handige keuzes maken om succes te hebben. Met als groot verschil dat bij dieren de afrekening op succes hard is: een slecht ‘beoordelingsgesprek’ leidt vaak tot verstoting of zelfs de dood. Dan valt een onvoldoende nog wel mee, wil ze maar zeggen.
De ideale groepsgrootte
Bedrijven die reorganiseren, afdelingen sluiten, je vraagt je af of ze niet al die tijd te veel mensen hadden voor het werk. En wie zegt dat de afgeslankte vorm niet té klein is? Is er eigenlijk een optimaal aantal medewerkers in een bedrijf? In de natuur in elk geval wel. Neem waadvogels zoals kluten en scholeksters, die vaak in grote groepen langs het strand of in weilanden te vinden zijn. Hoe kleiner de groepsgrootte, hoe moeilijker het voor ze is om tegelijkertijd voedsel te zoeken én uit te kijken voor vijanden. Meer ogen zien meer. De groep kan ook te groot worden, dan moet iedereen voor zijn plaats vechten en er wordt veel gekibbeld (lees: bureaucratie). Het mes van optimale groepsgrootte snijdt voor waadvogels dus aan twee kanten: zowel bij de opbrengst door eten te zoeken, de ‘inkomstenkant’, als bij het afweren van externe bedreigingen. In het bedrijfsleven voelen niet alleen de medewerkers aan dat hun organisatie te klein of te groot is, maar ook concurrenten hebben dat vaak door. Net als in de dierenwereld zal juist op deze bedrijven vaker geaasd worden.
De ideale baas
Vrijwel alle primatensoorten kennen rangordes in hun groepsleven. Ook werknemers krijgen te maken met collega’s boven zich: of dit nu een afdelingshoofd is, de directeur, een bestuurder, of gewoon een collega op gelijk niveau die meer dan jij in de melk te brokkelen heeft. Mager beschrijft zeven types apenleiders, want: ,,Het is handig om je eigen stijl te kennen, én om te weten met wat voor baas je te maken hebt.” Zelf is ze een gouden leeuwaapje, vertelt ze, de ‘ik doe het zelf wel effe’-baas. Loslaten is een dingetje.
De berggorilla, of de ‘zilverrug’, lijkt van alle types de meest prettige. Hij (of zij) heeft een sterk charisma, hij is de wijze, sterke doch vriendelijke baas die de rust in de groep bewaart. Dit type is ook een conflictoplosser, die fungeert als sociale lijm binnen de groep. Binnen het bedrijf doet iedereen extra hard zijn best, gewoon voor een complimentje van de baas. Zijn (of haar) ideeën worden welwillend opgepakt. Wie een zilverrug ambieert te zijn, treedt in elk geval consequent op en voert rituelen in die het groepsgevoel versterken. Maar pas op: deze leidinggevende kan zich afsluiten voor vernieuwingen.
De ideale plek voor ambitieuze vrouwen
Het aantal vrouwen aan de top blijft in Nederland ver achter bij de doelen. Hoe anders is dat in een olifantenmaatschappij, bij de doodshoofdaapjes of ringstaartmaki’s: daar zijn de vrouwen de baas. Bij olifanten bestaat de groep alleen uit vrouwtjes en hun jongen, de man komt af en toe langswaaien als een olifant ‘tochtig’ is. De leidende olifantenkoe – vaak een pittig, eigenwijs exemplaar – bepaalt onder meer de looprichting van de kudde en ze heeft veel invloed op de activiteiten die de groep onderneemt. Maar wie denkt dat het een softe organisatie is, die vrouwengroep, heeft het mis. Als een olifantenkoe na een draagtijd van maar liefst 22 maanden een jong ter wereld brengt, heeft zij geen zwangerschapsverlof. Het pasgeboren jong gaat vanaf dag één gewoon mee ‘naar het werk’, de vader is allang uit beeld. Zwangerschapsverlof zou funest zijn voor de status van een olifant in de sociale groep. Tijdens een verlofperiode zou haar plek in de hiërarchie al snel worden opgevuld door nieuwe coalities. Bij dieren geldt ‘opgestaan, plaats vergaan’.
Ideale werk-privé balans
Bij sommige dieren maken de kinderen het hun moeders wel heel makkelijk om carrière en zorg te verenigen. Jonge konijnen, waterbokken en paardantilopen kunnen urenlang zonder voeding, aandacht en oppas. Ze blijven op een verborgen plekje achter en wachten geduldig tot hun moeder ze weer opzoekt. Bij antilopen komt de moeder meestal twee keer per etmaal even langs, bij konijnen zelfs slechts één keer. Het konijnenvrouwtje kan meer dan 23 uur per dag het normale sociale leven leiden dat ze voor de bevalling had. Of je hebt kinderen die zich zo snel ontwikkelen, dat ze meteen meekunnen naar het werk. Zoals bij gnoes en zebra’s. Gnoetjes zorgen al heel snel niet meer voor enig oponthoud voor hun moeder, want al na drie, vier dagen rennen ze even hard als volwassenen. Nijlpaarden kennen een systeem dat op een crèche lijkt. De kleintjes verzamelen zich ’s nachts bij elkaar in het water, terwijl de meeste moeders aan land gaan om te eten. Enkele vrouwtjes die elkaar afwisselen, blijven achter en houden toezicht op de jongen. Hoewel bij alle zoogdieren vrouwtjes meer tijd en energie in hun nakomelingen stoppen, hebben dieren veel strategieën ontwikkeld die de zorgtaak voor vrouwtjes verlichten. Alles om hun sociaal-hiërarchische positie te waarborgen en een sociaal isolement te voorkomen. Daar kunnen mensen nog wat van leren, vindt Mager. ,,Carrière technisch worden vrouwen door opvoedingstaken zodanig op achterstand gezet, dat ze maar al te vaak het glazen plafond tegenkomen.”
Bron: AD